Auteur: ace bees

  • Writer’s block

    ‘Hee,’ schreef mijn goede vriend J., ‘je loopt achter. Writer’s block?’ En ik denk inderdaad dat ik het zo moet noemen. Ik ben niet tevreden met mijn schrijfsels. Ik had de lat niet hoog gelegd, maar ik had toch wel de stiekeme hoop dat ik wat aardige stukjes zou schrijven. Dat is nog niet echt gelukt.

    Soms lukt het om een leuk idee in woorden te gieten, en er een stukje van te maken waar ik later ook van denk: ‘daar had ik best een punt, en ik kon het nog uitleggen ook.’ Maar op dit moment lukt dat nog niet zo best.

    Wat niet helpt is dat ik nog steeds niet echt vakantie heb, We zijn vier weken onderweg, en ik heb het eigenlijk alleen maar druk. Het voordeel van op vakantie gaan, is dat je weg bent, alles uit je handen laat vallen en niet eens meer wat kunt doen, al zou je het willen. Dat helpt om je hoofd echt leeg te maken. Mijn hoofd is nog steeds niet leeg. Vandaag had ik een behandeling door de kaakchirurg, en daarom had ik mijn agenda leeg gehouden. Dat helpt. Ook morgen hoef ik niet zo veel. Hopelijk helpt dat ook. Ik heb een idee opgeschreven voor een stukje. Daar ga ik morgen mee verder.

  • Hoofd on hold

    Mijn hoofd doet het niet vandaag. Ik sla een dagje over.

  • Heldendaad

    Mijn vriendin Y. geeft les aan jeugdige delinquenten. Ze is goed in haar werk. Ze geeft Nederlands en wiskunde, en ze bereikt goede resultaten. Maar dat is meer ondanks, dan dankzij haar leidinggevenden, de inspectie en, laten we eerlijk zijn, de landelijke politiek.

    Bron: https://www.humo.be/greatest-hits/humo-keek-in-het-brein-van-de-jeugdcrimineel-we-zijn-te-lang-te-soft-met-jeugddelinquenten-omgegaan

    Ze heeft haar klas verteld dat ze graag wil samenwerken met iedereen die dat wil. Zo niet, ook best. Als ze hun mond houden, kunnen ze blijven zitten, als ze de klas uitgegooid worden, komen ze er niet meer in. Van de 30 kinderen hebben er 20 een diploma gehaald, eentje zelfs cum laude. Niet alle 20 zullen er wat mee gaan doen, maar ze hebben tenminste een diploma, en sommigen schoppen het ver.

    Y. is ervaren. Ze is streng, maar als je je aan de regels houdt, kan er ook lol gemaakt worden. De leerlingen leren wat bij haar, en heel af en toe spreekt ze een oud-leerling, en daar blijkt respect en waardering uit. Natuurlijk, ik ken alleen haar kant van het verhaal, maar ik ken mijn vriendin al 35 jaar, en ik geloof haar.

    ‘Zou jij niet zelf de leiding willen hebben’, vroeg ik haar, want de mensen die nu de leiding hebben kennen de werkvloer niet. Het zijn mensen die ook uit het speciaal onderwijs komen, maar er is nogal een verschil tussen blinde kinderen of zeer moeilijk lerende kinderen, en kinderen die in de klas zitten met een enkelband, of kinderen die uit de klas geplukt worden omdat ze drugs verhandeld hebben. Maar nee, dat wil ze niet. ‘Hier kan ik me nuttig maken, dit kan ik goed’, zei ze, ‘en ik ben een beetje bang dat ik een soort Pieter Omtzigt word, die heel goed was in wat hij deed, en op een plek kwam waar hij overvraagd werd.’

    Als er nog eens een kabinet komt dat zoekt naar bewindslieden die de werkvloer kennen, vraag dan mijn vriendin Y. eens. Niet omdat zij die bewindspersoon zou willen zijn, maar wel omdat ze een goede neus heeft voor mensen die wat goeds willen doen voor de samenleving. Y. is een held.

  • Prisoner’s dilemma

    Gisteren schreef ik over het prisoner’s dilemma en wat het is, vandaag wil ik daar nader op ingaan. Essentieel aan dit gedachte-experiment is namelijk het gebrek aan communicatie: de gevangenen mogen elkaar niet spreken, en ze moeten er dus op vertrouwen dat de ander doet wat het beste is.

    Als de gevangenen — ik had ze Kim en Daan genoemd — goed bevriend waren, dan konden ze er misschien op gokken dat ze elkaar niet zouden bedonderen. Maar dan nog moet je maar hopen dat je makker geen fouten maakt. In de stress van de situatie kan het best zo zijn dat je bestie een verkeerde inschatting maakt. Communicatie is essentieel.

    Waarom vind ik dit zo’n belangrijke kwestie? Omdat ik denk dat we met ons allen vaak in een Prisoner’s dilemma zitten. Omdat ik denk dat mensen bang zijn om te kiezen voor het algemeen belang als dat hun eigen belang in gevaar kan brengen. Vertrouwen is daarbij een belangrijke factor, en een gebrek aan communicatie ook.

    In de tijd na de Tweede Wereldoorlog was er een sfeer van niets te verliezen, van gezamenlijke misere. Dat gaf een sfeer van vertrouwen. Dat zijn we kwijtgeraakt, en de populisten van de PVV, de VVD hebben daar hard aan meegewerkt. Dat is kwalijk en schadelijk, en in niemands belang.

    Er is meer over te zeggen, onder andere over de vraag of mensen die voor zichzelf kiezen dat alleen maar doen omdat ze niet voor het nut van het algemeen durven te kiezen, of omdat het gewoon egoïstische eikels zijn. Maar dat is voor een ander moment.

  • Stuk

    Ik had een stuk geschreven. Een A4’tje, ergens in die buurt. Maar het was niet goed. Niet leuk, niet interessant, niet spannend, en het ging al helemaal nergens naartoe. En dus heb ik het weggegooid. Dat krijg je ervan, als je de grenzen opzoekt.

    En dus ligt er weer een blanco pagina voor me. Nou ja, bij wijze van spreken. De vingeroefening is gedaan, dat is iets. Wat ik in elk geval kan doen, is alvast uitleggen wat het Prisoner’s dilemma is. Dan weten jullie dat vast.

    Er waren eens twee gevangenen. Laten we ze Kim en Daan noemen. De politie vermoedt dat ze beiden betrokken waren bij een overval, maar heeft geen bewijs. Ze weten alleen dat ze allebei een wapen hadden. Kim en Daan zitten in verschillende cellen, en kunnen niet met elkaar communiceren. Als ze allebei hun mond houden, kan de politie ze alleen verboden wapenbezit ten laste leggen, en krijgen ze een jaar. Als ze allebei bekennen, heeft de politie wél bewijsmateriaal, en krijgen ze allebei vijf jaar. Als de één bekent terwijl de ander zwijgt, dan gaat degene die bekent vrijuit, terwijl de ander tien jaar de cel in gaat.

    De vraag is: stel dat jij Kim bent, wat doe je dan? Het beste voor jou zou natuurlijk zijn dat jij bekent terwijl Daan zwijgt, want dan kom jij vrij. Maar om te beginnen is dat niet aantrekkelijk voor Daan, en bovendien kunnen jullie niet met elkaar overleggen. Het op-één-na-beste scenario is dat jullie allebei zwijgen, dan krijg je allebei één jaar cel. Maar nogmaals: je kunt niet overleggen. Het scenario dat je in elk geval wilt voorkomen is het scenario waarin jij zwijgt terwijl Daan bekent, want dan ga jij tien jaar de cel in. En dus kun je het beste bekennen. In het beste geval kom jij vrij, in het slechtste geval krijg je vijf jaar. Het scenario dat voor jullie beiden het beste is, vervalt omdat je geen afspraken kunt maken.

    Ik ga eens goed nadenken hoe ik mijn verhaal verder nog aan jullie kan uitleggen. Stay tuned.

  • Stukje

    Het is nog best lastig, die challenge die ik mezelf heb gesteld. Elke dag een stukje schrijven, je zou denken dat dat niet zo moeilijk moet zijn, maar ik zit toch best te puzzelen aan het eind van de dag. De lat ligt niet hoog, een stukkie, dat is alles. Maar mijn ambitie ligt hoger.

    Wat me stoort zijn de typefouten die ik maak, maar vooruit, dat zijn maar typefouten. Erger is de haast die eruit spreekt. Ik zou me meer moeten concentreren, langer nadenken. En vooral meer de grenzen opzoeken. Schrijven over dingen die ik moeilijk vind, waar ik over twijfel, dingen waar ik geen antwoorden op heb. Onderwerpen waar ik domme dingen over kan zeggen, of dingen waarvan ik bang ben dat mensen ze niet interessant vinden.

    Politiek, bijvoorbeeld. Ik geloof wanhopig dat we dringend een andere kant op moeten met dit land, met deze samenleving, ik zou daar graag meer over willen schrijven, want het is een onderwerp dat me zeer aan het hart gaat. Maar waar kan ik beginnen, wat kan ik schrijven, en hoe voorkom ik dat het een verhaal vol clichés word?

    Tijd voor een nieuwe challenge. Schrijf niet alleen een stukje, zoek ook de grenzen op.

  • Menu

    Zondag komen er vrienden lunchen, en ik loop al een paar dagen te denken over wat ik ze ga voorzetten. Ik vind het leuk om te koken, om lekkere recepten uit te proberen en goede combinaties te bedenken. Ik denk dat ik eruit ben.

    Voor een lunch is het natuurlijk zaak dat het menu niet te zwaar is. En omdat het warm wordt, zondag, is het ook zaak om te zorgen voor een frisse touch. Maar het is een feestje, dus we gaan wel een paar leuke dingen doen. Een soepje, een hartig hoofdgerecht, een salade en een toetje.

    De salade was het eerste gerecht waar ik zeker van was, dat wordt er één uit de verzamelde werken van Yotam Ottolenghi, eentje met rode bieten, venkel en granaatappelmolasse. Er zit een zoetje in, maar ook een bittertje, heel geschikt voor het warme weer.

    Bij een salade kan je een quiche doen, maar ik heb ook een heel lekker recept voor een flammekuchen — in de Elzas heet het een tarte flambee — met geraspte courgette, feta en jalapeños. Albert Heijn heeft kant-en-klaar flammekuchendeeg, dus erg moeilijk is het niet. Hij is superlekker, heeft meer een zoute touch en is niet te machtig. Helemaal goed.

    Dan het soepje. Ik dacht eerst aan een courgettesoepje, maar met de courgette op de flammekuchen is dat van tafel, dus wordt het een recept voor een paprikasoepje van Jaimy Oliver. Erbij geef ik brood met een beetje Franse kaas — een schapenkaasje en iets brie-achtigs.

    Tot slot krijgen ze een stukje pruimentaart. De pruimen zijn rijp, ze vallen je hier om de oren, en ik heb een heerlijk recept met pruimen en frangipanedeeg. Kopje koffie erbij, helemaal klaar. Erbij een glaasje witte wijn. Vandaag de boodschappen gedaan, en het is zelfs gelukt om granaatappelmelasse en gedroogde zure kersen te vinden

    Zin in!

  • Straatsburg

    Mijn moeder bewaarde best veel. In elk geval veel kaarten en brieven die wij haar stuurden. Eén kaartje kwam uit 1995, toen ik bij vrienden in Straatsburg logeerde. Ik was bezig met promotieonderzoek in Saarbrücken, en ik was onderdeel van een hele groep van buitenlandse studenten — het Vreemdelingenlegioen. De vrouw van één van hen werkte in Straatsburg, en op deze bewuste 30 oktober logeerden we bij haar.

    Ik herinner me niet heel veel van het bezoek, maar blijkbaar was het leuk genoeg om een kaartje naar mijn ouders te sturen.

    ‘Hier kom ik nog wel eens terug’, schreef ik. Hoe waar dat zou blijken, kon ik toen nog niet weten. Een kleine twintig jaar later kwam ik inderdaad terug als Europarlementariër, en ik zou er vijf jaar lang elke maand komen. Mijn bezoek aan de stad zou meestal niet veel meer beslaan dan de tramlijn tussen mijn hotel en het Europees Parlement, en van lanterfanten kwam al helemaal weinig terecht. Maar toch. Dit kaartje.

  • Kneecap

    Naar Kneecap geweest, vanavond, volgens de VPRO een ‘onweerstaanbare cocktail van geweld, drugs en provocerende humor’, en dat klopt wel. Het is het verhaal van een Ierse hiphopband met wortels in het zwarte Ierse verleden. The Troubles, met alles wat daarbij hoort. Een fascinerende film.

    De film is gedrenkt in alle mogelijke drugs, van coke en ketamine tot weed en lsd, wat niet per se de grootste sympathie oproept, maar vlak onder die laag van criminaliteit en decadentie zit toch ook de nog steeds voortdurende strijd tegen het Britse establishment. Het politiegeweld, de weigering om Gaelic te mogen spreken, en ook de verbeten en verbitterde rebellie van de oude strijders.

    Het beginnende bandje krijgt bijvoorbeeld de toezegging dat hun laatste nummer ‘klapper van de week’ wordt, maar dat gaat niet door vanwege de vele verwijzingen naar drugs. Niet geheel onbegrijpelijk zou je zeggen, maar de achterdocht tegen het establishment wat RTÉ onderdeel van uitmaakt, voedt een veenbrand van verzet tegen deze daad van censuur — en met succes.

    De band zou zijn methodes afgekeken kunnen hebben van de helaas overleden Derk Sauer in zijn Nieuwe-Revutijd. Onder het motto ‘socialisme, seks en sensatie’ bracht dat blad zijn politieke ideeën onder de aandacht. A spoonful of sugar makes the medicine go down, en in saaie theoretische betogen heeft niemand zin. Was het maar waar. Dat betekent overigens niet dat je met een spoonful of sugar elk medicijn naar binnen kunt werken, de mensen zijn niet gek. Maar een oprecht gedragen overtuiging kan alleen gaan vliegen als alles klopt: de inhoud, de brenger en de toon. Bij Kneecap zit dat wel snor.

  • Dons

    Het is vakantie en dus zet ik geen wekker. Dat werkt — een beetje. Ik heb toch wel allerlei plannen, dus echt uitslapen doe ik niet. Maar als het een beetje een koude nacht is, dan is mijn bed een heel toffe plek.

    Ik heb een bed waar je als een zeester in kunt liggen, zoals mijn nichtje dat zo mooi zegt. Een matras van 1.60m bij 2.10m. Ik heb een molton die precies strak om het matras heen zit, en ik heb een heerlijk glad hoeslaken dat je er zonder één plooi omheen kunt doen. En dan heb ik een donzen dekbed, dat ook geweldig bijdraagt aan mijn toffe bed.

    Maar ja. Een diervriendelijk donzen dekbed bestaat niet. Ik heb daar niet over nagedacht toen ik dit dekbed kocht, nu alweer zo’n 10 jaar geleden, maar er is geen manier waarop je een gans of een eend van zijn donsveren af kunt helpen zonder hem flink pijn te doen. Het gaat er bepaald niet zachtzinnig aan toe. Daar heb ik aan bijgedragen.

    De vraag is nu alleen: welk alternatief is er? Synthetisch beddengoed vind ik verschrikkelijk, en alternatieven heb ik nog nooit meegemaakt. En in het kader van de duurzaamheid moet ik misschien mijn huidige dekbed maar op gebruiken. Sorry, ganzen. Ik zal het niet meer doen.