Categorie: Uncategorized

  • Special Victims Unit

    Short shameful confession: ik ben een crimi-fan. Agatha Christie, Silent Witness, Vera, noem ze allemaal maar op: ik vind het heerlijk. De plot is altijd duidelijk: er is een misdaad verricht, en we moeten de dader vinden. Hoe gemakkelijk wil je het hebben? Mijn laatste verslaving is Special Victims Unit.

    De serie loopt al zo’n 25 jaar, en RTL is net opnieuw begonnen bij seizoen 1, waarin de jonge Olivia Benson begonnen is als detective in de afdeling seksuele delicten. Een jonge, mooie vrouw die haar eigen verhaal meebrengt — maar daarin is ze niet de enige, zoals we zullen merken. Mooie opmerkingen van de hoofdcommissaris: ‘maak je geen zorgen als je gevoelens opspelen bij de lastige zaken. Ze horen erbij. Maak je vooral zorgen als je er geen gevoelens meer bij hebt.’ Da’s best bijzonder voor een Amerikaanse ruige serie.

    Ook het contrast tussen het eerste en het laatste seizoen is opvallend: van een hot chick heeft Olivia Benson zich ontwikikeld tot hoofdcommissaris. En dat doet ze goed. Ook zij heeft inmiddels ervaring opgedaan, en een enorme hoop geleerd. Wat ze nog steeds niet doet, is goed voor haar personeel zorgen, en ze de gelegenheid geven om hun trauma’s te verwerken. Maar goed, dat is een klacht die je ook vanuit de Nederlandse politie wel hoort. Misschien draagt het wel bij aan het realistische karakter.

  • Hoe persoonlijker, hoe universeler

    ‘Goh, meneer Stromae, u was een tijd gestopt met de muziek, want het ging niet goed met u. Maar u bent weer terug. En hoe. U heeft een prachtig nieuw album gemaakt over de moeilijke tijd die u heeft doorgemaakt.’ ‘Dat klopt. Wat zou u ervan vinden als ik het op mijn geheel persoonlijke wijze in uw nieuwsprogramma kom presenteren?’

    Zo zal het gesprek niet gegaan zijn, maar dat is wel de strekking van wat er gebeurd is. Stromae — artiestennaam van de Belgische topmusicus Paul Van Haver — is jarenlang gestopt met zijn uiterst succesvolle carrière omdat hij enorm met zichzelf in de knoop zat. En toen kwam er op een gegeven moment op het Franse achtuurjournaal een item met hem, waarin de presentatrice hem vraagt naar zijn ervaringen, en of de muziek hem geholpen heeft om zich daarvan te bevrijden. En dan komt er een live optreden, gewoon, zittend in de studio, waarin Stromae het lied ten gehore brengt over zijn wanhoop en ellende. Adembenemend, en diep ontroerend.

    In de comments vind je een vertaling van de teksten in het Engels, voor wie het Frans niet zo goed meester is. Je kunt ook Google Translate gebruiken voor de vertaling. Maar luister vooral ook naar de Franse teksten, want Stromae is er ook een meester in om zijn gedachten op een prachtige manier onder woorden te brengen.

  • Naar eigen beeld en gelijkenis

    In de bijna 40 jaar sinds ik naar Utrecht verhuisde, was ik nog niet eerder naar het Catharijne Convent geweest. Ik heb als student jarenlang op een steenworp afstand gewoond, maar op dat moment was ik niet zo bezig met religieuze kunst, en dat is wel een belangrijk onderdeel van de collectie.

    Ze hebben prachtige stukken, eeuwenoud, zeer kostbaar en de collectie vertelt een fascinerend verhaal over het Christendom in Utrecht en in Nederland. Ook voor een twintigjarige student was dat interessant geweest, maar ik denk dat ik me op dat moment nog te kwetsbaar voelde. Ik had de pastoor in Overvecht waar mijn eerste studentenhuis stond pas net verteld dat ik geen belangstelling had om me aan te sluiten bij zijn parochie.

    Als student was ik nog maar net uit de katholieke traditie gestapt die ik van mijn ouders had meegekregen. Mijn vader was toen al niet meer gelovig, en onlangs vertelde hij dat ook zijn ouders, geboren aan het begin van de twintigste eeuw, niet meer echt kerks waren. Ook mijn moeder was meer een culturele katholiek. Maar de katholieke scholen die ik bezocht had, hadden wel hun best gedaan om het geloof aan te wakkeren. Ik ben gedoopt, heb de heilige communie gedaan en het vormsel, dus formeel was ik katholiek. Het heeft me alleen nooit echt gegrepen, ik heb nooit de aanwezigheid van God gevoeld. Zoals Jan Marijnissen dat zo mooi zei: de rede verzet zich ertegen. Ik ben meer van de school van Selina O’Grady, die stelt dat de mens god geschapen heeft.

    Maar het kan even duren voor een mening een overtuiging is geworden, zo vanzelfsprekend dat je hem als een oude huid kunt afstropen. Ik kom eigenlijk best graag in kerken, ook al beschouw ik mezelf als een overtuigd atheïst. In mijn kijk op de wereld is geen plaats voor een goddelijke ingeving, maar wel voor een religieus gevoel. Het heeft wel iets moois, dat talent om je eigenbelang ondergeschikt te kunnen maken aan de stellige overtuiging dat je voor iets groters strijdt. Als dat je weghoudt van kortzichtig egoïsme, als het je aanmoedigt om je geweten te volgen, dan lijkt me daar weinig mis mee. Als het je echter weghoudt van medemenselijkheid en compassie omdat je denkt dat jouw geloof beter is dan dat van de aanhangers van een ander geloof, dan vrees ik dat we het ene kwaad inrichten voor iets wat minstens zo erg is.

    Ook met die blik kan je naar zo’n expositie kijken. Leerzaam.

  • De vierde macht

    Als het goed is, stelt de journalistiek zich op als vierde macht, naast de trias politica — de wetgevende macht (het parlement en de regering), de uitvoerende macht (de politie) en de rechtsprekende macht (justitie). Met name de wetgevende macht is een belangrijke factor: de wetten die het parlement en de regering maken zijn de maat der dingen. De politie handhaaft ze, de rechters toetsen ze, maar de overheid heeft de touwtjes in handen.

    Het is dus zaak dat de pers in de gaten houdt wat de wetgever doet. Dat gebeurt vrij geregeld, en er zijn talloze verhalen gepubliceerd over corruptie, omkoping, belangenverstrengeling, incompetentie en laksheid. Maar omdat het ook in het belang is van met name die Kamerleden en partijen wiens tekortkomingen aan de kaak worden gesteld, wordt ook de persvrijheid onder druk gezet. Er wordt bezuinigd op de media, de transparantie van de overheid wordt ingeperkt, journalisten worden zwart gemaakt. En er zijn subtielere machinaties aan het werk, denk aan Manufacturing Consent van Noam Chomsky.

    Gelukkig zijn er nog steeds onafhankelijke media — denk bijvoorbeeld aan De Groene Amsterdammer, Follow The Money en Platform Investico. Zij doen hun werk dankzij hun lezers, die geen ander belang hebben dan goed geïnformeerd worden. Het is essentieel dat dit werk doorgaat. Zelf ben ik geabonneerd op De Groene en Follow The Money, vooral omdat ik het van belang vind dat deze organisaties hun onafhankelijke werk kunnen blijven doen. Dat is meer dan ooit nodig.

  • Een duik in de fabeltjesfuik

    ‘Om de jeugd te bereiken moet je tegenwoordig niet meer bij de krant zijn’, hoorde ik gisteren een krantenmaker zeggen. En ‘de jeugd zit op sociale media, en je weet hoe weinig dat met journalistiek te maken heeft.’ Ik begrijp daar niks van. Niet dat ik nou zelf kritiekloos alles geloof wat ik in de krant lees, maar er zit in elk geval een soort van ondergrens aan de kwaliteit van wat er gezegd en geschreven wordt.

    Bij de sociale media is bekend dat er algoritmes onder zitten die eigenlijk alleen maar gedreven worden door kijkcijfers. De gebruiker vasthouden, en hem of haar dus alleen maar meer ‘lekkers’ voorzetten. Arjen Lubach heeft er ooit een mooi item over gemaakt onder de noemer van Fabeltjesfuik, maar het gaat verder: je berichten kunnen ook weggedrukt worden als ze gaan over onderwerpen die X, Facebook en Instragram niet aanstaan. Ook op scholen wordt dat uitgelegd. Hoe je kunt denken dat je daar de waarheid uit haalt, is mij een totaal raadsel.

    Wat ik me afvraag: zou het helpen om een website te maken met daarop de dingen die Elon Musk niet wilt dat je ziet? Een beetje jongere moet dáár toch juist benieuwd naar zijn?

  • Writer’s block

    ‘Hee,’ schreef mijn goede vriend J., ‘je loopt achter. Writer’s block?’ En ik denk inderdaad dat ik het zo moet noemen. Ik ben niet tevreden met mijn schrijfsels. Ik had de lat niet hoog gelegd, maar ik had toch wel de stiekeme hoop dat ik wat aardige stukjes zou schrijven. Dat is nog niet echt gelukt.

    Soms lukt het om een leuk idee in woorden te gieten, en er een stukje van te maken waar ik later ook van denk: ‘daar had ik best een punt, en ik kon het nog uitleggen ook.’ Maar op dit moment lukt dat nog niet zo best.

    Wat niet helpt is dat ik nog steeds niet echt vakantie heb, We zijn vier weken onderweg, en ik heb het eigenlijk alleen maar druk. Het voordeel van op vakantie gaan, is dat je weg bent, alles uit je handen laat vallen en niet eens meer wat kunt doen, al zou je het willen. Dat helpt om je hoofd echt leeg te maken. Mijn hoofd is nog steeds niet leeg. Vandaag had ik een behandeling door de kaakchirurg, en daarom had ik mijn agenda leeg gehouden. Dat helpt. Ook morgen hoef ik niet zo veel. Hopelijk helpt dat ook. Ik heb een idee opgeschreven voor een stukje. Daar ga ik morgen mee verder.

  • Hoofd on hold

    Mijn hoofd doet het niet vandaag. Ik sla een dagje over.

  • Heldendaad

    Mijn vriendin Y. geeft les aan jeugdige delinquenten. Ze is goed in haar werk. Ze geeft Nederlands en wiskunde, en ze bereikt goede resultaten. Maar dat is meer ondanks, dan dankzij haar leidinggevenden, de inspectie en, laten we eerlijk zijn, de landelijke politiek.

    Bron: https://www.humo.be/greatest-hits/humo-keek-in-het-brein-van-de-jeugdcrimineel-we-zijn-te-lang-te-soft-met-jeugddelinquenten-omgegaan

    Ze heeft haar klas verteld dat ze graag wil samenwerken met iedereen die dat wil. Zo niet, ook best. Als ze hun mond houden, kunnen ze blijven zitten, als ze de klas uitgegooid worden, komen ze er niet meer in. Van de 30 kinderen hebben er 20 een diploma gehaald, eentje zelfs cum laude. Niet alle 20 zullen er wat mee gaan doen, maar ze hebben tenminste een diploma, en sommigen schoppen het ver.

    Y. is ervaren. Ze is streng, maar als je je aan de regels houdt, kan er ook lol gemaakt worden. De leerlingen leren wat bij haar, en heel af en toe spreekt ze een oud-leerling, en daar blijkt respect en waardering uit. Natuurlijk, ik ken alleen haar kant van het verhaal, maar ik ken mijn vriendin al 35 jaar, en ik geloof haar.

    ‘Zou jij niet zelf de leiding willen hebben’, vroeg ik haar, want de mensen die nu de leiding hebben kennen de werkvloer niet. Het zijn mensen die ook uit het speciaal onderwijs komen, maar er is nogal een verschil tussen blinde kinderen of zeer moeilijk lerende kinderen, en kinderen die in de klas zitten met een enkelband, of kinderen die uit de klas geplukt worden omdat ze drugs verhandeld hebben. Maar nee, dat wil ze niet. ‘Hier kan ik me nuttig maken, dit kan ik goed’, zei ze, ‘en ik ben een beetje bang dat ik een soort Pieter Omtzigt word, die heel goed was in wat hij deed, en op een plek kwam waar hij overvraagd werd.’

    Als er nog eens een kabinet komt dat zoekt naar bewindslieden die de werkvloer kennen, vraag dan mijn vriendin Y. eens. Niet omdat zij die bewindspersoon zou willen zijn, maar wel omdat ze een goede neus heeft voor mensen die wat goeds willen doen voor de samenleving. Y. is een held.

  • Prisoner’s dilemma

    Gisteren schreef ik over het prisoner’s dilemma en wat het is, vandaag wil ik daar nader op ingaan. Essentieel aan dit gedachte-experiment is namelijk het gebrek aan communicatie: de gevangenen mogen elkaar niet spreken, en ze moeten er dus op vertrouwen dat de ander doet wat het beste is.

    Als de gevangenen — ik had ze Kim en Daan genoemd — goed bevriend waren, dan konden ze er misschien op gokken dat ze elkaar niet zouden bedonderen. Maar dan nog moet je maar hopen dat je makker geen fouten maakt. In de stress van de situatie kan het best zo zijn dat je bestie een verkeerde inschatting maakt. Communicatie is essentieel.

    Waarom vind ik dit zo’n belangrijke kwestie? Omdat ik denk dat we met ons allen vaak in een Prisoner’s dilemma zitten. Omdat ik denk dat mensen bang zijn om te kiezen voor het algemeen belang als dat hun eigen belang in gevaar kan brengen. Vertrouwen is daarbij een belangrijke factor, en een gebrek aan communicatie ook.

    In de tijd na de Tweede Wereldoorlog was er een sfeer van niets te verliezen, van gezamenlijke misere. Dat gaf een sfeer van vertrouwen. Dat zijn we kwijtgeraakt, en de populisten van de PVV, de VVD hebben daar hard aan meegewerkt. Dat is kwalijk en schadelijk, en in niemands belang.

    Er is meer over te zeggen, onder andere over de vraag of mensen die voor zichzelf kiezen dat alleen maar doen omdat ze niet voor het nut van het algemeen durven te kiezen, of omdat het gewoon egoïstische eikels zijn. Maar dat is voor een ander moment.

  • Stuk

    Ik had een stuk geschreven. Een A4’tje, ergens in die buurt. Maar het was niet goed. Niet leuk, niet interessant, niet spannend, en het ging al helemaal nergens naartoe. En dus heb ik het weggegooid. Dat krijg je ervan, als je de grenzen opzoekt.

    En dus ligt er weer een blanco pagina voor me. Nou ja, bij wijze van spreken. De vingeroefening is gedaan, dat is iets. Wat ik in elk geval kan doen, is alvast uitleggen wat het Prisoner’s dilemma is. Dan weten jullie dat vast.

    Er waren eens twee gevangenen. Laten we ze Kim en Daan noemen. De politie vermoedt dat ze beiden betrokken waren bij een overval, maar heeft geen bewijs. Ze weten alleen dat ze allebei een wapen hadden. Kim en Daan zitten in verschillende cellen, en kunnen niet met elkaar communiceren. Als ze allebei hun mond houden, kan de politie ze alleen verboden wapenbezit ten laste leggen, en krijgen ze een jaar. Als ze allebei bekennen, heeft de politie wél bewijsmateriaal, en krijgen ze allebei vijf jaar. Als de één bekent terwijl de ander zwijgt, dan gaat degene die bekent vrijuit, terwijl de ander tien jaar de cel in gaat.

    De vraag is: stel dat jij Kim bent, wat doe je dan? Het beste voor jou zou natuurlijk zijn dat jij bekent terwijl Daan zwijgt, want dan kom jij vrij. Maar om te beginnen is dat niet aantrekkelijk voor Daan, en bovendien kunnen jullie niet met elkaar overleggen. Het op-één-na-beste scenario is dat jullie allebei zwijgen, dan krijg je allebei één jaar cel. Maar nogmaals: je kunt niet overleggen. Het scenario dat je in elk geval wilt voorkomen is het scenario waarin jij zwijgt terwijl Daan bekent, want dan ga jij tien jaar de cel in. En dus kun je het beste bekennen. In het beste geval kom jij vrij, in het slechtste geval krijg je vijf jaar. Het scenario dat voor jullie beiden het beste is, vervalt omdat je geen afspraken kunt maken.

    Ik ga eens goed nadenken hoe ik mijn verhaal verder nog aan jullie kan uitleggen. Stay tuned.