Spoorzoeken

Het zomerreces duurt zes weken, dus dan heb je alle tijd om papieren uit te zoeken. Althans, dat dacht ik. Maar inmiddels zijn we al toe aan week 3, en van papieren uitzoeken was nog niets terecht gekomen. Wel van weekendjes weg, bezoek aan vrienden, het lezen van het concept verkiezingsprogramma van de SP, het bakken van een dadelwalnotenbrood, … Dus het werd tijd om spijkers met koppen te slaan.

Vanmorgen heb ik dus alle dozen tevoorschijn gehaald en midden in mijn kamer gezet. Een fait accompli dat opgelost moet worden. De eerste dozen en tassen heb ik uitgezocht. Oude agenda’s, verjaardagskalenders, schoolschriften, foto’s, de toespraak die mijn vader hield op zijn bruiloft, mijn schooldiploma’s, het MULO-examen dat mijn moeder deed, opstelschriften, oude fotocamera’s met de filmpjes er nog in, sinterklaasgedichten.

Zo veel als ik kan gooi ik dingen weg. Een deel is oud papier, of kan simpelweg de kliko in, dat is gemakkelijk, maar er is ook het nodige dat naar de kringloop moet. En dan zijn er de foto’s en overlijdensberichten die ik wil inscannen en koppelen aan mijn stamboom. Ik moet de blik op de bal houden: er moet zo veel mogelijk weg, wat er over blijft moet nog verwerkt worden, maar niet nu.

Eerder verwerkte ik al een andere lading foto’s, brieven en aantekeningen. Dat was kort na het overlijden van mijn moeder, en het hielp me om mijn jonge moeder weer bij me terug te brengen. Gek genoeg voelt het nu meer alsof ze onherroepelijk bij ’the great majority’ is gaan horen. Er is een heel grote groep met voorouders, daar hoort ze bij.

Het gekke is, ik mis mijn moeder niet, niet echt. Daarvoor was ze al te lang niet meer onderdeel van mijn dagelijks leven. Maar ik verlang er steeds meer naar om haar nog eens te zien, en dingen met haar te bespreken. Dát mis ik.

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *